THE MONDAY LOVERS (B) reporter: Laurence photo: Laurence |
CONCERT REVIEW |
Reeds in de namiddag kwam ik in Dendermonde aan en nadat ik een plaatsje gevonden had op de parking (van de watermaatschappij) werd ik spontaan door een geopend venster begroet door een sympathieke jongeman die me uitnodigde om het aanpalende Jazz Centrum Vlaanderen te komen bezoeken. Dit is geen museum maar een munitielabo daterend uit 1830 dat de laatste vijf jaar met subsidies prachtig omgebouwd werd tot documentatie en promotiecentrum voor traditionele jazz en blues. Met 16.000 platen, ontelbare boeken, gebruikte instrumenten en een ruimte voor audiovisuele projectie is het zeker een bezoekje waard, temeer je deskundige uitleg kan krijgen van (muziek)leraar Ilya De Neve, toetsenist van diverse jazz en bluesbands, en tevens gastmuzikant voor The Monday Lovers die avond. Scholieren krijgen na afspraak een 2 uur durende rondleiding en nadien kan gezellig nagepraat worden in het barke. Meer info via www.jazzcentrumvlaanderen.be Achteraan het gebouw zie je dan de imposante geklasseerde stadsomwalling uit de post napoleonistische periode, gebouwd door de Nederlanders om de Fransen buiten te houden, en dat heeft blijkbaar tot op heden nog gewerkt ook. Onder die omwalling waren grote ruimtes met dikke muren en grote gewelven om munitie in op te slaan. Eén van die ruimtes werd in de jaren 60 door de stad ter beschikking gesteld om de groeiende interesse voor Jazz in de streek een vaste stek te bezorgen. Ondertussen is de Honky Tonk Jazzclub bekend als de jazzbunker maar gezien de verwantschap tussen blues en jazz wordt er ook aandacht besteedt aan het eerste en zorgden de organisatoren ervoor dat grootheden als Ray Charles, BB King, Charly Watts, Curtis Mayfield, Rhoda Scott e.v.a. Dendermonde aandeden gedurende hun 45 jarig bestaan. Organisatoren en publiek bleven al die tijd trouw aan mekaar, doch slechts 106 van de 500 leden kunnen de zaal in, en op elke stoel staat een naam geplakt want alles is altijd uitverkocht. De gemiddelde leeftijd in de zaal lag hoger als in andere blueszaken, en mede door de aparte (doch goede) akoestiek van de venster- en ventilatievrije bunker moesten beperkingen in acht genomen werden voor het gebrachte repertorium. De inkom gebeurt door een lange lage tunnel waarna de kassa een oude wagen in de muur gemetseld blijkt te zijn. Die bunker geeft toch wel een aparte sfeer en ik kon er direct mijn draai vinden. Hier geen barploeg die wat komt bijverdienen, maar echte jazz of bluesfanaten die na al die jaren hun passie voor muziek komen delen met vrienden die toevallig aan de andere kant van de toog plaats gevonden hebben. Misschien een beetje een lange intro, maar gezien het een eerste bezoek van Rootsville betreft en het historische karakter van de zowel organisatie als site vind ik dat wel nodig. Kort na 21u was iedereen gezeten en trad de band aan. |
THE MONDAY LOVERS (B) website |
Op voorhand werd de band er meermaals door de organisator op gewezen om het volume zeer laag te houden en tijdens de soundcheck bleek dat zelfs drumsticks te hard klonken zodat de drummer alleen met zijn brushes kon werken! The Monday Lovers klonken dan ook helemaal anders als op het Blaublues festival waar alle registers van het begin opengetrokken konden worden. Hier geen petjes of t-shirts maar zeven deftig geklede musici op scène. “Anything it takes” bleek gezien de omstandigheden een toepasselijke openingstittel. “Love me like a man” (sorry, but can’t do that lately) had ik de dag voordien ook al gehoord maar het bleek heel moeilijk te zijn dit nummer met gevoel te brengen terwijl ze zo ingetogen moesten spelen. Gastspeler Ilya paste wel goed in het plaatje en alhoewel hij meestal met hen op orgel begeleide had hij hier nog een piano van een vorig optreden voorhanden en dat klonk voortreffelijk in deze setup. Voor “You got to learn” werd de zang door oude witte vos Marc De Wit opgenomen maar ook zijn micro klonk te dof. “Room with a view” was rustig jazzy met rollende gitaren en zeer geschikt voor dit (jazz)publiek en resulteerde in een eerste welgemeend applaus. De keuze van “100 Miles” bleek dus meteen ook geschikt voor dit rustig doch heel kritisch publiek.“Don’t be so cruel” is een door Marc De Wit geschreven nummer waarbij de zangeres de bühne kon verlaten en beide gitaristen een rustig onderonsje brachten. Dit had zeker evengoed op akoestische gitaren gekund. Boegbeeld Heidie (ze zou echt niet misstaan aan de voorkant van een mooi zeilschip) had een beetje de blues vanwege een auto ongeval een paar uur voordien. Bovendien moest ze dan toevallig ook nog Route 66, 100 miles en Too many drivers zingen, maar ze kwam er wel stilaan in. Haar prachtige stem kwam nog beter over in “If you really wanna leave”, een mooie plakker waarbij ook smoelschuiver Marc Sepanski de aandacht trok. Gezien hij in Maasmechelen woont is het voor hem onbegonnen werk om naar de repetities te komen en zelfs nieuwe nummers worden van op afstand ingeoefend, toch wel een knappe prestatie en meteen de basisfilosofie van deze groep, niet repeteren tot alles altijd steeds hetzelfde klinkt, maar met gevoel naar elkaar luisteren en spelen vanuit het hart, wat een veel mooier resultaat oplevert naargelang de mood van het publiek. Voor Heidie was dit nummer ook nieuw maar het viel voor ons helemaal niet op. “Route 66” bekend bij zowel blues- als jazzmensen ontlokte spontaan handgeklap en de wisselwerking tussen Heidie en de zanger/gitarist verliep perfect. Na een korte pauze en verschillende reacties uit het publiek dat er nog nooit zo stil gespeeld werd in de zaal vlogen ze er met vernieuwd enthousiasme in. Bassist Dirk Bogaert had zijn klassieke contrabas al ingewisseld voor een elektrische bas maar dat viel bij een paar senioren niet mee omdat die geen hoge tonen meer horen en daardoor extra gevoelig worden voor de lage. Het swingde wel zodanig goed dat het applaus ook luider werd. Musici en publiek hadden elkaar gevonden en met de boogie woogie “I wish you could see me” waren ze op goede weg. Drummer Marc Lambert is gelukkig klassiek geschoold en had weinig moeite om zulke nummers met brushes te begeleiden, toch wel een prestatie om U tegen te zeggen en een voorbeeld van flexibiliteit. “I want you to love me” is ondanks de tittel een hevig snel nummer waarbij Heidie heel veel gevoel in haar stem brengt, ze zal dus vermoedelijk wel naar hevige liefde hunkeren maar dat is gezien haar totale uitstraling geen surprise. Dat ze dat liever in de privé-sfeer houdt werd duidelijk want tijdens “Red light girl” bleef ze netjes op een stoel voor het podium zitten. Componist Marc (er zijn 3 Marken in de groep maar slechts één ervan schrijft songs) mocht deze prachtige melodische song zelf zingen maar ik vond het spijtig dat solo gitarist Hugo Van Rooy zich nog teveel inhield in dit uitstekend nummer. Pianist Ilya vond dat hij ook recht had op wat glorie en zette in met “Red Shoes Baby” een swingertje van formaat neer, die jongen heeft het echt in zich. De playlist werd gewoon genegeerd en we kregen de klassieke “Stormy Monday” waarbij Ilya zonder piano zong met een relatief hoge maar mooie stem, die gast is veelzijdiger als je denkt. Nu kwam de gitaarsolo er wel goed door, met een afwisseling van hevige en stille passages, gevoel troef en het publiek leefde heel goed mee, dat was de muziek waarvoor de aanwezigen gekomen waren. Bij de terugkeer van Heidie op het podium viel het mijn op dat ze lager zong als Ilya in haar “Dirty Job”. Terug Marc aan de beurt in de Micro met de klassieker “Kansas city” gevolgd door het zelf geschreven “Don’t fool me” waarbij de overgebleven musici buzze gaven (behalve de harp maar Limburgers hebben altijd wat meer tijd nodig hé). In “If love was a train” kwam iedereen terug aan bod. Deze trein dender(mon)de langer door als swinger, waarbij Heidie helemaal ontpopte, en de eerdere ‘troubles’ van de dag opzij gekregen had. Het laatste nummer moest “She’s a rocker” worden en het volume was ondertussen zo naar boven geklommen dat de drummer (eindelijk) zij sticks kon gebruiken, niemand die de zaal vroegtijdig verliet. Met die mooie lokale zangeres die zat te rocken voor hen zag ik dat ook niet snel gebeuren. Blijkbaar is het een traditie om daar bloemen af te geven aan een zangeres na haar optreden en ons Heidie kreeg dan ook een mooi boeket in handen voor ze haar bisnummer kon aanvangen. “100 mph” werd ditmaal zonder knaldemper gebracht met continu handgeklap vanuit het publiek (dat hier dankzij hun jarenlange ervaring en gevoel wel in de maat klopt), en met individuele solo’s van alle bandleden (toch ook een typisch jazzconcerteinde), en met een uitgesproken inbreng van Ilya. Die kon al lang niet meer blijven zitten en ik moest terugdenken aan ‘Il jouait du piano debout’ van het koppel Michel Berger en France Gall. Naar voor gaan om foto’s te nemen was heel storend zodat op dit verslag maar heel beperkte plaatjes te zien zijn die niet representatief zijn voor de sfeer in de zaal of op het podium. Ik wou ook ‘Kat’, bazin van de Beau de l’air in Hamme en dienstdoende waiteress niet in de weg lopen in de smalle gangen. Sommige mensen van ‘de Vlaanders’ hebben wel een ongekende uithouding want de volgende middag werd ik door haar opgediend in haar vernieuwd establishment zonder dat ze haar bed gezien had. De hutsepot was heel lekker met goede blues in de achtergrond en een ideale overgang naar mijn volgende recensie boven Antwerpen. Laurence |